Home

Hanzn sprach

Hanzn sprach is een handelstaal, een mengelmoes van Oud-Noors, Duits, Italiaans en Frans, met flink wat Arabische en Chinese leenwoorden.
Het is een basictaal en alleen bedoeld om je verstaanbaar te maken, niet om prachtige gedichten in te schrijven. Spring vooral op en neer onder het praten, wapper met je handen en trek wilde grimassen: dat is minstens even belangrijk als de juiste woorden.
Met zo’n vijfhonderd woorden kun je een schuimend glas bier bestellen of de weg vragen. Met tweeduizend spreek je de Hanzn sprach al bijna vloeiend.

Werkwoorden eindigen altijd op ‘ai’ en worden niet vervoegd. De verleden tijd krijg je door je zin met ‘hir’ te beginnen. Voor de toekomende tijd gebruik je ‘morroh’
Voorbeelden:
Hir mi gatai di shepshep : ik roofde twee schapen (letterlijk: Gisteren ik roven twee schaapschaap).
Morroh knav crackai tes cor: Die schavuit zal je hart breken.

Zoals je in de eerste zin zag, krijg je een meervoud door een woord te verdubbelen: Cor (hart), corcor (harten), shep (schaap), shepshep (schapen of een kudde schapen).
Natuurlijk zijn er uitzonderingen: Hanzemensch: Hanzelid, Hanzemenscher: Hanzeleden.
Bij veelgebruikte woorden wordt vaak alleen de laatste lettergreep herhaald: Rumman: granaatappel, rumanman: granaatappels.

Voor woorden als ‘ik’, ‘mij’ en ‘mijn’ gebruik je hetzelfde woord. Bij ‘wij’ en ‘jullie’ wordt het woord weer verdubbeld.
mi: ik, mij, mijn
mimi: wij, ons, onze
tes: jij, jou, jouw
testes: jullie
sem: hij, hem, zijn
semsem: zij, hen, hun
 
Handige woordenlijst:

BIJ AANKOMST IN EEN BUITENLANDSE HAVEN - Wenne arrivad inna fremhavn.

Ik heb uw havenmeester/opperhoofd/maffia don al smeergeld betaald: Mi ya chellesai ti havnmensch/hetmann/comorrex.
Ik ben heus geen Hanzelid!: Mi essai neg Hanzemensch!
Ik haat de Hanze!: Mi odai Hanze!
Wij kaapten dit schip juist: Hir mimi getai itta kogh vero.
Ik heb geen matrozen nodig: Mi onskai neg seglerler.
Ik heb geen dansmeisjes nodig: Mi onskai neg jenjen fur tanz.
Ik heb geen tamme neushoornvogel nodig: Mi onskai neg simme rhinovlarck.
De ligplaats in belachelijk duur!: Itta moor essai ridikul relhi!
Ik betaal een derde: Mi pagai uno ut tre.
Dat is mijn laatste bod: Essai mi letsz offra.

OP DE MARKT - Inna Soek

Uw granaatapppels/verse spookaapjes zijn rot: Tes rumanman/fresk lemurur essai muuf.
Zelfs de wespen lusten ze niet: Tilogmed daburbur neg favorai.
Uw granaatappels/verse spookaapjes zijn belachelijk duur: Tes rumanman/fresk lemurur essai ridikul relhi!
Ik betaal een derde: Mi pagai uno ut tre.
Deze kromzwaarden zijn bot: Itta scimitartar essai sleuw.
Uw buurman verkoopt mooiere kromzwaarden : Tes voysin vendai scimitartar gran bel.
Ik heb al een vrouw: Mi habai wif complet.
Mijn vrouw/dochter is niet te koop: Mi wif/dottir neg vendai.
Ik geef geen aalmoezen: Mi offrai neg bakjish
Rot op, bedelaar!: Ti removai, bettelmensch!
Ik koop geen gestolen goed: Mi neg pagai graayding.
Ik betaal een zesde: Mi pagai una ut sez.
 
IN HET RESTAURANT / DORPSFEEST - Inna spisehall/ Inna buugdfest
 
Van mijn geloof mag ik geen mensenvlees/100-jarige paddeneieren eten: Mi relhio forbodai carnewer/centoyar lanfrog eggegg.
Is dit (deze zaak) eetbaar of om op te zitten?: Itta sach essai gutfressen oder satz?
Is dit (deze zaak) drinkbaar of een ontsmettingsmiddel?: Itta sach essai biben oder fumigatti?
(Compliment) Uw vrouwen/dochters zingen luid als hyena’s: Ti wifwif/dottirir chantai glich sandkelbkelb.
(Als u ruzie zoekt) Uw vrouwen/dochters zingen zoet als nachtegalen: Ti wifwif/dottirir chantai glich kweelvlark.
Dit gerecht is belachelijk duur: Itta rett essai ridikul relhi!
Hoelang gaat dit feest door?: Lenghe itta fest?
Een dag?: Una tag?
Een week?: Una ukkeh?
Een maand?: Una meunet?

IN HET HOTEL - Inna fremhalle

Dit is een schande!: Det far som fanden!
Ik wil een kamer zonder tempelaap/heilige schorpioen/ geit: Mi habai zimmer neg bidmonkey/huy scorpio/guhut.
Deze kamer is belachelijk duur: Itta zimmer essai ridikul relhi!
Ik betaal een derde: Mi pagai uno ut tre.
Ik wil een extra hangmat: Mi vuhlai una mehr kogbett.
Het tocht: Essai kiersturm.
Het is bloedheet: Essai caldo.
Het sneeuwt en mijn kamer heeft geen dak: Essai sneufall och mi zimmer habai neg nock.

BIJ EEN ROOFOVERVAL/KAPING – Wenne raubergriff/ koggriff
 
Ik ben een straatarme bedelmonnik/ haringvisser: Mi essai pauver pelgermann/herringsegler.
Mijn spook zal elke nacht op uw mooiste paarden rijden: Morroh mi fetch gallopai ti gran bel chevalal jedi nokti.
Mijn spook zal al uw geitenmelk verzuren: Morroh mi fetch saurai ti milka di guhut.
De Hanze betaalt geen losgeld voor afgehakte hoofden: Hanze neg pagai kopopf sine korpur.
Dit is een vergissing: wij zijn zelf struikrovers/piraten: Itta essai falsingk: mimi essai aussi rauberber/koggrififf.
Bewaar je pijlen: de karavaan achter ons heeft veel meer goud: Gardai tes pfelell: caravan secundo habai gran gran aura.

FLIRTEN – Minnesprach

In het Kalifaat: Inna Kaliphat.
Je ogen zijn als amandelen: Tes ojojo essai gleich amygda.
Je borsten zijn rond als rijpe honingmeloenen: Tes titi essai gleich galliagallia
Mijn vader bezit duizend kamelen: Mi pater habai milli camelmel.

In Huy Jorsaleem:
Je ogen zijn dieper dan de spiegels van de Patriarch: Tes ojojo essai gleich mirror di Patriark.
Je stem klikt schoner dan de harpen der aartsengelen: Tes voce kweelai gran bel gleich lyrlyr di Archangilgil.
Mijn vader bezit negen warenhuizen met barnsteen en vlindervleugels: Mi pater habai nona varehushus di brenstein och papiljonvlarkvlark.

In Veneto Secundo:
Ik wed dat jouw gezicht nog mooier dan je masker is: Mi parai tes faci gran bel gleich tes mombak.
Laat mij je een verhaal in je oor fluisteren: Mi hushai saga con tes eure.
Mijn moeder kan zeshonderd giffen aanmengen en ze wil je vast de recepten wel leren: Mi mater cocktailai exa cent mortdrinkdrink och sem edcai opskrifkrif con tes vero.

Algemeen:
Ja: Bel.
Nee: Neg.
Ik denk er niet over: Loki-teufel gettai tes!
Goedendag: Thaler inna tes purs (letterlijk: geld in je buidel) afgekort tot ‘Thalerinna’
Goedenacht: Kissai anglal (letterlijk: kus een engel).
Tot ziens: Adjos.
Waar is: Woar essai...
Ik spreek alleen Hanzetaal: Mi vocai Hanzn sprach solo.

Scheldwoorden:
Rottende zeehond: Tes robbe muuf.
Kleihapper: Clayfresser.
Je vader rookt sigaren van zeewier: Tes pater fumai havannarnar di merplantz.
Je moeder kust zeemeeuwen: Tes mater kissie kus skuaskua.
Eendenmossel op krukken: Bernakel con hobbelsturtz.


Bij het kopen van een voerrtuig:
Mijn oudtante's kroelschildpadden gaan nog sneller dan dit schip: Mi alttantche's coccolarskoldper gehen bel rapid gleich itta koch!
Deze vlinderzeilen/fluistermotors/spreukenboeken zijn nep: Ittata papiljonseilen/hushaisvingbin (letterlijk: “fluisterdraaibak”)/magigibuche essai falso!